print deze pagina

retour | geulle – amsterdam

Joan Melchior van der Meij

* 19.08.1878 Delfshaven, † 24.06.1949 Geulle

Joan Melchior van der Meij is in Delfshaven geboren. Zijn moeder, Akke van der Meij, is naaister en afkomstig uit een Workumse timmermansfamilie. Zijn vader, Franciscus (Frans) Hubertus Edelman, is notarisklerk. In 1878 verhuizen ze naar Delfshaven. Na vijf jaar wordt de woonplaats Amsterdam.

Joan doorloopt in Amsterdam de lagere school en de HBS. Na de middelbare school volgt hij de ambachtsschool en de avondtekenschool. In 1901 behaalt Joan Melchior het opzichtersdiploma van de Maatschappij ter Bevordering van de Bouwkunst en wordt hij lid van het Amsterdamse kunstenaarsgenootschap Architectura et Amicitia. Het bouwkundig ambacht leert Joan onder andere van de architect Eduard Cuypers. In zijn atelier ontmoet Van der Meij zijn latere collega’s Michel de Klerk en Piet Kramer.

Na het winnen van een aantal prijsvragen en gestimuleerd door Eduard Cuypers wint hij in 1906 de Prix-de-Rome. In het zelfde jaar trouwt Van der Meij met Sara Herweyer. De eerste Prix-de-Romereis maakt hij naar Duitsland en Denemarken. De tweede Prix-de-Romereis gaat naar Italië. De derde en vierde reis hebben bestemming Frankrijk en Engeland. Vooral de Franse bouwkunst maakt grote indruk op Joan Melchior. Tussen de Prix-de-Romereizen door woont het echtpaar Van der Meij afwisselend in Amsterdam en bij de schoonouders van Van der Meij in Limburg.

In 1910, na de laatste Prix-de-Romereis, koopt het echtpaar in het Limburgse Geulle een oude, zestiende-eeuwse, vakwerkboerderij. Van der Meij start tevens, in Amsterdam, een architectenbureau. Als net gevestigd architect krijgt hij de opdracht voor de verbouwing van de Hortus Botanicus. In de zelfde periode aanvaardt hij de functie van esthetisch adviseur bij de gemeente Amsterdam. Deze functie zal hij tot 1919 vervullen. Vanaf 1910 pendelt de architect tussen Geulle en Amsterdam.

In 1912 wordt Van der Meij gevraagd of hij interesse heeft om een groot scheepvaartkantoor met internationale uitstraling te ontwerpen. Het Scheepvaarthuis zal zijn beroemdste ontwerp worden. De intensieve samenwerking met Michel de Klerk en Piet Kramer leidt tot een nieuwe stroming: De Amsterdamse School.

Van der Meij begint in juni 1916 zijn eigen woningbouwvereniging ‘de Lairesse’. Hierdoor wordt hij als het ware zijn eigen opdrachtgever. Van der Meij werkt vervolgens onder andere samen met architecten als De Klerk, Kramer, Franswa, Grolle, gebroeders Van Gendt en het architectenbureau Gulden & Geldmaker.

In 1937 gaat zijn architectenbureau failliet. Door de crisisjaren en de kenteringen in de architectuuropvattingen krijgt de al iets oudere architect nog moeilijk opdrachten. Als hierbij op 62-jarige leeftijd de Tweede Wereldoorlog uitbreekt, is het helemaal gedaan met zijn architectenloopbaan. Plannen voor na de oorlog, waaronder een groot woningbouwvraagstuk, blijft hij maken, maar het blijven plannen. Als hij dan ook nog noodgedwongen zijn eigen huis in Geulle moet verlaten, wordt de situatie er niet beter op. Maar, hij blijft hopen dat na de oorlog alles beter zal gaan. De tijd dringt; hij zit vol architectonische ideeën. Echter zijn nieuwe verblijf is alles behalve luxe. Fysiek kan hij niet meer. Op de avond van 24 juni 1949 overlijdt de zeventigjarige architect.